Diamantduif

Diamantduif 

GEOPELIA CUNEATA



De diamantduif komt voor in geheel Australië, met uitzondering van de kustlijn in het zuiden. De biotoop bestaat uit verschillende gebieden, variërend van droge graslanden, subtropische regenwouden tot bergachtige streken. De voeding in de vrije natuur bestaat uit diverse graszaden, kleine insecten en bessen. Ze bevinden zich altijd in de nabijheid van water.



Uiterlijk

Het geslachtsverschil uit zich in een bredere rode oogring bij de doffer(man). Ook is deze wat forser van model, heeft een rondere kopvorm en is helderder van kleur. De duivinnen(vrouw) bezitten meer bruin op de kop en rugdek/mantel. Jonge diamantduiven missen de rode oogring en zijn overwegend bruin van kleur met een vage vleugeltekening.


Sociaal

Diamantduiven kunnen zonder probleem bij andere vogels gehouden worden, zoals tropische vogels, Europese cultuurvogels en Neophema’s. Het is niet aan te bevelen om andere duivensoorten erbij te plaatsen of meer dan één paar diamantduiven bij elkaar in een ruimte te houden, omdat dit vaak de kweek verstoort.

 


Verzorging

Ze scharrelen urenlang op de grond op zoek naar voedsel. Diamantduiven eten voornamelijk graszaden, kruidenzaden, groene plantendelen en soms insecten. Je kunt ze een zadenmengsel voor tropische volièrevogels geven, aangevuld met eivoer, vitamines en mineralen zoals maagkiezel en grit. Er zijn ook pellets voor kleine vogels die alles bevatten wat ze nodig hebben. Voeg wat groenvoer toe, zoals paardenbloem, spinazie of andijvie, en zorg altijd voor vers water. Een diamantduif heeft ongeveer 5 tot 10 gram voer per dag nodig.

 


Kweek

Als nestgelegenheid zijn diamantduiven niet echt kieskeurig. Het bekende tralienestkastje wordt zonder meer geaccepteerd, maar wanneer er beplanting in de volière aanwezig is, kan hier ook een vrijstaand nest in worden gemaakt. Het nest is vrij slordig gebouwd met wat takjes en gras; vaak vallen vrijstaande nesten zonder ingrijpen van de liefhebber uit elkaar. Diamantduiven leggen twee witte eieren, die na veertien dagen uitkomen. Vaak gebeurt het dat wanneer de kweek eenmaal begonnen is, de diamantduiven niet meer te houden zijn en het volgende legsel al gelegd voordat de ronde ervoor al zelfstandig is.


De jonge duiven groeien snel, na drie dagen zijn de ogen open, na een week hebben ze al veren. Vanaf tien dagen gaan ze het nest uit en na twee weken vliegen ze al. Het beste is om de jongen weg te halen als ze zelfstandig zijn. Anders worden ze steeds weggejaagd of verstoren ze het volgende broedsel.


Wanneer diamantduiven in de buitenlucht gehouden worden, kan de kweektijd, wanneer we de nestgelegenheden niet weghalen, duren vanaf eind februari tot november.